Aanwijzingen voor de aardappelteelt in verband met het voorkomen van aardappelziekte (phytophthora)

 

Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 21 februari 2018  zijn de leden akkoord gegaan met maatregelen om phytophthora te voorkomen en te bestrijden als de ziekte zich toch voordoet. Op deze manier hopen we dat we ook in de toekomst aardappelen kunnen blijven telen.

We werken bewust preventief:

  • We kiezen hoog-resistente (NAK-gekeurde) aardappelrassen
  • We kiezen bij voorkeur vroege of middenvroege rassen en poten zo vroeg mogelijk.
  • We gebruiken geen eigen en overjarige knollen
  • We passen vierjarige wisselteelt toe (zie schema’s)
  • We houden een plantafstad aan van 70 cm tussen de rijen en plm. 30 cm in de rij (kleine poters mogen dichter in de rij geplant).
  • We bemesten met mate. Vroege of middenvroege rassen hebben minder mest nodig dan late rassen.
  • We zorgen dat bij de oogst alle aardappelen van de tuin meegenomen worden. Eventuele achterblijvers die het volgende seizoen weer opkomen worden direct vernietigd. 
  • We planten tomaten het liefst overdekt in een kas of onder een afdakje (is al beter dan in de open lucht). Goed luchten van de kas om condensvorming te voorkomen.
  • Tomaten op onderlinge afstand van 70×70 cm zetten
  • Tomaten droog houden, grond rul houden of mulchen
  • Onderste bladeren z.s.m. verwijderen voor luchtcirculatie
  • Niet naast een aardappelveld zetten i.v.m. besmettingsgevaar

Deze richtlijnen helpen je eigen aardappelgewas gezond te houden. Maar besmetting is in sommige jaren niet te voorkomen.

Wanneer het komt tot een besmetting komt op uw tuin,  is het belangrijk om het loof te verwijderen. Als het loof weg is, raken de knollen niet besmet en wordt besmetting door de lucht van andere tuinen voorkomen. Tenslotte, als we phytophthora laten doorwoekeren is de kans erg groot dat de schimmel ‘ondergronds’ gaat en daar vele jaren overleeft. Het bestuur neemt daarom de volgende maatregelen:

  • Het bestuur voert controle op aanplant, teeltwijze en signalen van phytophthora uit met behulp van deskundigen op het gebied  van aardappelziekten.
  • We trekken de bevindingen van de deskundigen niet in twijfel en volgen de aanwijzingen op.
  • We verwijderen aangetast loof en rooien eventueel (bij zware aantasting) op eerste aanwijzing van het bestuur
  • Aangetast loof en aardappelen worden s.m. in gesloten zakken afgevoerd

Het bestuur hoopt dat met deze maatregelen en met de medewerking van alle leden de aardappel- en tomatenteelt mogelijk blijft. Wat we niet in de hand hebben, zijn de weersomstandigheden.

Tot slot, zeer belangrijk; als je het vermoeden hebt dat er bij jezelf of bij je buren phytophthora is, informeer dan even een van de bestuursleden en wacht niet totdat het bestuur het zelf constateert.